13 tips voor makkelijk leesbare en scorende teksten schrijven

pen en bureau

Inleiding

In deze blog geef ik 13 tips om makkelijke leesbare en scorende teksten te schrijven. Want hoe zonde is het als je veel tijd besteedt aan een artikel of blog en niemand het leest.

Aanvulling op eerdere tips

Meer dan een jaar geleden plaatste ik een blog met 7 tips voor makkelijke leesbare teksten schrijven. Ik heb hem aangevuld met 6 andere suggesties. Zodat jouw boodschap goed overkomt.

Tip 1: Geeft de tekst een duidelijke structuur

De eerste tip blijft hetzelfde. Een duidelijke structuur gebruiken is niet alleen goed omdat lezers lui zijn. Als je een langer artikel of brief schrijft is het handig om van koppen, subkoppen en alinea’s gebruik te maken. Zo kunnen lezers makkelijk een document scannen en de belangrijkste zaken er meteen uithalen. Zeker als je van een beeldscherm leest is dat fijn.

Voor mensen, die een screenreader gebruiken om artikelen op internet te lezen, ook. Begin je tekst met de grootste kop. Ik begin met H2 omdat ik H1 al in mijn header gebruikt wordt. En dan werk ik naar beneden. Voor paragrafen gebruik ik H3, voor subparagrafen H4 etc. In een Word document doe je feitelijk hetzelfde qua structuur.

Tip 2: Maak het nog overzichtelijker met een kernzin

De structuur zorgt al voor overzicht. Een kernzin aan het begin van een alinea maakt het nog overzichtelijker. Na de kernzin kun je met argumenten of voorbeelden komen.

Je kunt een kernzin overigens ook aan het eind van de alinea plaatsen. Dan heeft hij de functie van samenvatting. Ook prima. Je kunt ook aan het eind van je blog een samenvatting plaatsen.

Tip 3: Houd zinnen en alinea’s redelijk kort

Door zinnen kort te houden is een tekst makkelijker te lezen. Maar wat is kort? Als vuistregel kun je ongeveer 10 tot 15 woorden aanhouden. Heb je toch te lange zinnen geschreven? Van een (te) lange zin kun je heel gemakkelijk twee of meer korte zinnen maken.

Een wat langere zin is geen ramp, zolang je hem met een kortere afwisselt. Dat maakt het lezen ook prettiger. Ga dus niet krampachtig woorden zitten tellen. Maar dat een zin die 4 regels beslaat, niet handig is, behoeft denk ik geen toelichting.

Steeds meer mensen maken gebruik van mobiele telefoons om informatie op te zoeken. Daarna gaan ze, bij voldoende interesse in het onderwerp, het nalezen op een tablet, laptop of desktop. Vandaar de tip om alinea’s voor online communicatie daarom korter te maken dan voor offline communicatie. Gewoon omdat het op die manier op een mobiele telefoon fijner leest.

Tip 4: Samenhang

Samenhang of overgangszinnen: ze verbinden twee onderwerpen met elkaar. Je kunt het zien als een soort cement. Voorbeelden van overgangswoorden zijn omdat, daarom, namelijk, ten eerste, ten tweede, vervolgens, hierna, want en bijvoorbeeld. De aanbeveling is om hier ook voldoende gebruik van te maken (zeker zo’n 20 tot 30% van je tekst).

Tip 5: Gebruik vaak voorkomende woorden

Het heeft geen zin om woorden te gebruiken, die bijna niemand kent. Overigens zijn ‘moeilijke” woorden niet hetzelfde als vakjargon. Maar beter is het dus om spreektaal of informeel taalgebruik te hanteren.

Een goede test is ook om iemand anders de tekst te laten lezen. Dat doe je waarschijnlijk niet met een kort briefje. Als je daarentegen een rapport schrijft of een langere tekst is het wel handig. Of als het om een specifiek onderwerp gaat waar jij veel verstand van hebt maar je publiek niet. Dan kan een buitenstaander aangeven wat onduidelijk is of vragen oproept.

Ook een tip: als je toch een redelijk onbekend woord gebruikt is het een goed idee om er een hyperlink van te maken. Dan wordt een link gelegd naar de pagina, waar het woord omschreven wordt. Of leg het daarna uit.

Tip 6: Schrijf actief in plaats van passief, dat leest een stuk makkelijker

Actief of passief?

Een voorbeeld van een passieve zin is: Van alle teksten, die geschreven worden, leest ruim 60% van de Nederlanders het liefst die op B1-niveau. Als je deze zin actief wilt maken gaat het als volgt: Ruim 60% van de Nederlanders leest het liefst teksten op B1-niveau.

Tip 7: Lettertype en afkortingen

Je kunt het beste een wat groter lettertype gebruiken. Dat heeft niks met leeftijd te maken. Het leest fijner. Voor afkortingen geldt: vermijden als het even kan. Schrijf geen bijv. maar bijvoorbeeld en of iets dergelijks in plaats van o.i.d. Je schrijft tenslotte geen (ouderwetse) contactadvertentie. ?

Webtoegankelijkheid

Tip 8: Webtoegankelijkheid

Zoals je misschien gezien hebt, heeft mijn website een stukje gratis software voor webtoegankelijkheid. Hiermee kunnen mensen van alles regelen. Het lettertype of het contrast vergroten, de screenreader inschakelen, hyperlinks tonen en nog veel meer. Het is niet moeilijk om te (laten) installeren en je doet er veel mensen een plezier mee.

Tip 9: Alt-tags

Een alt-tag is een omschrijving van de afbeelding, die je bij je blog of artikel plaatst. Hij heeft twee functies:

  • door middel van een alt-tag verbeter jij je SEO. En word je beter gevonden in Google.
  • mensen, die een screenreader gebruiken, weten waar de afbeelding voor staat;

Dat laatste geldt niet alleen voor blinde mensen. Er zijn genoeg andere mensen, die ook liever een screenreader gebruiken.

Tip 10: Link juice

Link juice houdt in dat je in een blog of artikel interne links legt naar een andere pagina. Stel, je websitebezoekers vinden een bepaalde pagina van je website interessant. Die wordt vaak bezocht. Door te linken naar andere pagina’s krijgen ook dié pagina’s een klein stukje “rating” mee. En komen ze hoger in Google te staan.

Andersom leg je ook links naar andere sites. Dat zijn de zogenaamde backlinks. Hoe interessanter die pagina’s zijn, hoe beter voor jouw blog of artikel. En word je eerder gevonden.

Tip 11: Witruimte

hond met boeken

Een tekst leest fijner als er gebruik wordt gemaakt van witruimte. Dat kun je bijvoorbeeld doen met een quote. Daardoor wordt het niet één lange brij van woorden. Afbeeldingen helpen ook.

Tip 12: De juiste schrijfstijl

De juiste schrijfstijl kiezen heeft niet alleen te maken met de tone of voice. Afhankelijk van het overbrengen van de boodschap (waar het uiteindelijk om draait) heb je grofweg 4 schrijfstijlen:

  • informerend;
  • activerend;
  • conversiegericht;
  • servicegericht.

Uiteraard kun je deze schrijfstijlen met elkaar combineren. Moeite met de juiste schrijfstijl kiezen? Kijk eens op mijn pagina communicatie.

Tip 13: Call-to-action

Idealiter sluit je een blog af met een call-to-action. Dat kan activerend zijn. Zakelijk noem je de naam en het telefoonnummer waarop jouw klanten/burgers (burgers zijn ook klanten) iemand kunnen bereiken voor meer informatie.

Behoefte aan ondersteuning?

Heb jij een blog of artikel geschreven en wil je dat laten checken op leesbaarheid of SEO? Laat het me weten of kijk op mijn pagina communicatie. Ook als je op zoek bent naar ideeën en wat ondersteuning kunt gebruiken. Stuur me gewoon een mailje, bel of gebruik whatsapp.